Maria Magdelena, keert met het kruikje balsam terug van het lege graf. Bijbelverhaal Johannes 20:1-18 1.40 m hoog
Batseba, met de kroon waarmee zij Salomo kroont. Bijbelverhaal I koningen 1. Hooglied 3, 11 1.30 m hoog
Mirjam, met tamboerijn, die door de Schelfzee trekt. Bijbelverhaal Exodus 15, 20. 1.50 m hoog.
Eva, afgebeeld met de slang en de vrucht (appel) Bijbelverhaal Genesis 3 1.60 m hoog
Ruth, afgebeeld met het kind Obed, `aan Naomi is een zoon geboren`. bijbelverhaal Ruth 4. 1.20 m hoog.
Tamar, schoondochter van Juda. Afgebeeld met de staf van Juda met de leeuwenkop, en zijn zegelring. Bijbelverhaal Genesis 38. 1.40 m hoog.
Zwangere vrouw, afgebeeld met de maan onder haar voeten en een krans van sterren boven haar hoofd. Bijbelverhaal Openbaring 12 1.40 m hoog
Deborah, richteres tussen Bethel en Rama. Richteren 4,4 1.20 m hoog
Rachab, de hoer van Jericho, redde de verspieders uit Israel, en bleef daarna zelf gespaard. Jozua 2,15-18 1.50 m hoog
Dochter van Jefta, begroet haar vader die na lange tijd oorlogvoeren thuiskomt, maar weet nog niet dat die God belooft heeft haar te offeren. Richteren 11, 34 1.30 hoog